Een adembenemend, maar genadeloos avontuur door Bolivia’s woestijnlandschap. Vier dagen vol zinderende uitzichten, azuurblauwe lagunes en flamingo’s, maar ook eindeloze washboards, verzengende wind en ongenadig los zand. Stijn zag het als een heroïsche uitdaging; Maartje beleefde een uitputtingsslag waar zelfs een infinity pool met hotspring nauwelijks verlichting bracht. Twee perspectieven, één epische route. Lees de verhalen en kies: avontuur of afzien. Of… durf jij beide kanten te ontdekken?

Rustdagen in Uyuni

In Uyuni aangekomen was het weer tijd om te rusten, te eten en na te denken wat we hierna gingen doen. We verbleven in de casa ciclista van Uyuni. Een casa cicilista is een hostel of huis waar fietsers vaak tegen een vrijwillige bijdrage kunnen slapen. De meeste grote steden waar we waren geweest, hadden wel een casa de ciclista maar we hadden er nog nooit eerder gebruik van gemaakt. Het is dus en goedkoop en een goede plek om andere fietsers te ontmoeten, maar vaak wel aan de beperkte kant qua voorzieningen. Deze casa de ciclista had een fijne overdekte binnenplaats met hangmatten en een basic keuken en een nog basicere douche, maar het was fine. De slaapvertrekjes leken een beetje op een lege cel, waar je je eigen matje op de grond moest leggen, maar ook dit was prima. We hadden niet het plan om heel lang in Uyuni te blijven dus het was maar voor een nacht of 3. Op dezelfde dag dat wij aankwamen, kwam ook Joanna, de vriendin van Colin aan. Het was alsof kerst voor ons al begonnen was, want ze bracht 1.000 dollars in cash voor ons mee, wat praktisch is in Argentinie en een nieuwe buitenband voor Stijn, wat echt als een geschenk uit de hemel voelde. Zoals gewoonlijk bij dit soort ruststops, brachten we eerst de was weg en gingen daarna op zoek naar een restaurant om uitgebreid te lunchen en biertjes te drinken. In Bolivia is samen drinken delen heel gebruikelijk en kan je de meeste bieren dus in literflessen krijgen. Heerlijk om zo onze rust periode te beginnen. S’avonds spraken we af met Mark, een Amerikaanse ultra adventure sports atleet, die van Canada naar Argentinie fietste en we eerder kort ontmoet hadden. De verhalen van Mark over zijn avonturen tijdens zijn hele leven waren enorm interessant. In vergelijking met zijn verhalen is ons fietsreisje niet meer dan een blokje om in een vredelievend dorpje in Noord Drenthe.

7 jaar verkering

De volgende dag stond in het teken van de liefde, want we hadden namelijk 7 jaar een relatie. De ene doos bonbons volgde de andere bos rozen op en werden afgewisseld met Franse chansons en rose champagne…. Nee niks van dat alles , het werd een dag met filmpjes opnemen voor de verjaardag van de moeder van Maartje, contact zoeken met de mensen over de volgende route en chillen. Wel hadden Colin en Joanna als verrassing een blik perzikken voor ons gekocht, als knipoog naar ons toetje uit de vorige blog. Omdat we deze heugelijke datum toch niet volledig stilletjes voorbij wilden laten gaan, nodigden we onze bekenden uit voor een etentje bij een japanse koreaanse tent en hadden we als verrassing bij het toetje een soort valentijns taart geregeld.

De voorbereidingen

De volgende dag had ieder zijn eigen verantwoordelijkheid. Maartje ging druk aan de gang met het editten van het filmpje dat we samen met Stef (broertje) en Lotte (vriendin) wilden maken voor het verjaardagsfeest van Hannita waar we niet heen konden. Het was haar 22ste 38ste verjaardag, want ouder dan dat wordt ze niet. Maar een normale sterveling zou dus 60 worden en dat is toch wel speciaal. Helaas moesten wij dat dus missen maar middels een leuke cover die maartje op haar telefoon in elkaar ging zetten, konden we er toch een beetje bij zijn. Stijn ging op zijn beurt contact zoeken met fietsers over de volgende route. We stonden namelijk voor een lastige keuze, of de Lagunas Route die prachtige landschappen en meren zou hebben, maar vanwege de extreem slechte wegen zeer berucht is onder fietsers en eigenlijk vooral wordt afgeraden. Of de Geyser route die ook erg mooi zou zijn, maar iets makkelijker te rijden is. De meeste fietsers waar we contact mee hadden die de Lagunas route hadden gedaan, zouden hem 100% aanraden vanwege de mooie landschappen. Als je je maar mentaal zou instellen op een pittige tocht dan komt het wel goed. Aangezien wij de Peru Great Divide al in de benen hadden, wat echt een hele zware tocht is, besloten wij dat we dit ook wel aan zouden kunnen. Het zou dus de Lagunas Route gaan worden. Deze keuze betekende alleen wel dat we dit keer voor 5 dagen eten mee moesten nemen. Op de Lagunas route zijn geen winkeltjes te vinden, wel wat extreem dure hotels als we echt in de problemen zouden komen, maar die wilden we het liefst niet gebruiken. Met de ervaring van de Vicuñas route nog in het achterhoofd, waar we net genoeg eten hadden, besloten we het hier nog beter aan te pakken. Dit keer bestond het eten grofweg uit de volgende lijst:

  • 1.5 kg havermoet
  • 1.5 kg pasta
  • 1 kg rijst
  • 8x noodles
  • 8x blik tonijn
  • 10 eieren
  • 10 broodjes
  • 12 bananen
  • 10 rollen koekjes
  • 0.5 kg pinda’s
  • 0.5 kg snoepjes
  • Pot jam
  • Pot honing
  • Mayonaise
  • Kruiden en overige sauzen

We waren niet eerder zo waar bepakt en al onze tassen zaten maximaal vol. Daarbij zouden we al dit eten in de eerste twee dagen niet mogen aanraken, want dan konden we nog wel voldoende eten langs de weg krijgen. Het gaf een goed gevoel zoveel eten, want als je tijdens zo’n pittige tocht niet te zwaar op rantsoen moet, wordt het al een stuk makkelijker. Het enige waar we niet goed genoeg in geslaagd waren was pindakaas. Zoals al eerder in blogs geschreven is pindakaas een beetje onze heilige graal qua eten tijdens het fietsen. Het is heel calorierijk, er zitten veel eiwitten in, het geeft veel smaak en je kan het bijna bij alles eten. In Uyuni was het helaas in een supermakrt te krijgen en een paar dagen voor onze aankomst, had een groep fietsers de hele voorraad opgekocht. Nieuwe stash zou ons 2 dagen na ons vertrek komen. Gelukkig kwamen er op de avond voor ons vertrek opeens twee nieuwe fietsers aan in de casa ciclista. Zoals je in het buitenland Nederlanders vaak al vanaf een afstand kan identificeren, was dat hier ook het geval. Een boomlange slanke man en een blonde half zo grote vrouw kwamen met twee koga’s binnenlopen. Joost en Maaike, twee nederlanders die al 2.5 jaar onderweg zijn. Eerst van NL naar Marokko, daarna liftend met zeilboten via de kanarische eilanden naar de Caribische eilanden, vervolgens 4 maanden met boten de Amazone over en daarna afdalend naar bedenen. Wederom een reis waardoor ons avontuur niet meer dan een weekendje weg lijkt. Al snel sneed ons gesprek het gebruikelijke onderwerp ‘de beschikbaarheid van pindakaas’ aan. Gelukkig voor ons bleek dat Joost en Maaike tijdens het boodschappen doen in Sucre afzonderlijk van elkaar pindakaas hadden gevonden en beide groot hadden ingeslagen. Zodoende hadden ze een overvloed aan pindakaas en konden wij een pot overnemen.

Via San Cristobal

De volgende dag verlieten we Uyuni en zouden we in 2 dagen grotendeels over asfalt naar het begin van de lagunas route fietsen. De eerste dag ging heel voorspoedig en stopten we in San Cristobal een middelgroot altiplano stadje 90km rijden vanaf Uyuni. Ondanks dat het niet zo groot was, werden we blij verrast door het assortiment in de supermarkt. We vonden namelijk zowel pindakaas als soya de carne, een soort brokken van soja die je door je saus/eten kan doen om eiwitten toe te voegen. We hadden hier al eerder van gehoord maar nooit gevonden. Een mooie toevoeging aan ons voedsel repertoire en goede afwisseling na 2 maanden tonijn. Dus bij de voedsel lijst ennin de tassen kwamen nog 2 extra potten pindakaas (3 in totaal) en een halve kilo soy de carne. Het enige dat we nog moesten doen was ons benzine flesje bijvullen. We hadden nog zo’n 0,2l nodig om een volle fles van 0,6l te hebben en dan zouden we ongeveer 6 dagen kunnen koken. Te naïef van ons dat we dachten dat hier wel te kunnen doen. Het tankstation was al dagen leeg en overal waar we vroegen werd er lachend nee geschud. We besloten tourgidsen aan te spreken die met hun 4x4 jeeps klaar stonden om toeristen over de lagunas route rond te rijden, maar ook hier geen succes. Opeens zagen we Mark (de ultra afventure atleet) om de hoek lopen die onderweg was naar de Chileense grens om daar de hoogste berg van Chili te beklimmen. Gelukkig kon Mark ons wat van zijn benzine geven en was dat probleem ook uit de wereld. We besloten gezellig samen wat te gaan eten en dat stelde niet teleur. In een restaurantje waar ze vreemd opkeken van onze komst en het leek alsof ze helemaal geen gasten wilden, kregen we een van onze beste maaltijden in Bolivia tot nu toe. Het is het beste te omschrijven als de Boliviaanse equivalent van de kapsalon. Een enorme schaal vol met friet, salade, rauwe ui, worst, vlees en saus. Heerlijk  vet en zout. In het begin keek de schaal ogenblikkelijk te groot om ooit met z’n 3en op te eten, maar achteraf bleek dit een makkelijkere klus dan gedacht. Met een voldaan gevoel gingen we slapen en spraken af de volgende dag samen te fietsen.

Morgen begint het échte werk

De volgende dag stond in het teken van naar het begin van de ruta de las Lagunas te fietsen. Het begin was nog verhard en ging vrij vlot. We fietsten gezellig met z’n drieën. Stijn voorop, maartje er achter en Mark er naast of ver achter ons. De filosofie van Mark dat hij zijn hele tocht human powered moet doen, houdt ook in dat hij geen profijt mag hebben van achter anderen aan fietsen. Daarom fietste hij dus of naast ons of ver achter ons. Halverwege de dag veranderde het asfalt in het ons welbekende gravel. Ook dit ging ons nog aardig af, totdat de wind zo hard op stak dat je en slecht kon zien door al het stof en niet harder dan 10 km per uur ging. Uiteindelijk na langer fietsen dan gepland, kwamen we bij een heel klein restaurantje aan vlak voor de Lagunas route. We vroegen of we daar konden eten en mochten kamperen. We hadden een simpele maaltijd bestaande uit gebakken lama, slappe frietjes en een blaadje sla en zetten daarna ons kamp op. Voor Mark was dit voor het eerst in 2 jaar dat hij met anderen kampeerde, we voelden ons zeer vereerd.

Hier onderbreken we dit goed lopende verhaal even. Voor de rest van het verhaal hadden Maartje en ik een leuk idee. Kennen jullie nog van die kinderboeken, waar je halverwege het verhaal een verhaallijn moet kiezen. Bijvoorbeeld de goede afloop of de slechte afloop. Zoiets willen we ook met dit verhaal doen. Stijns belevenis van de Ruta de las Lagunas en die van Maartje. Kies verstandig of lees twee keer.

Dag 1

1. Stijn - wat een fantastisch begin

Vandaag was het dan zo ver, de start van de Lagunas route. De befaamde en bevreesde tocht door bikebackers. We hadden er zin in. We stonden op met de ochtendzon, aten een ontbijtje in het restaurantje waar we bij hadden overnacht en namen afscheid van Mark. Na 5 kilometer begon het echt, we namen de afslag van de doorgaande weg naar Chili en sloegen af richting het zuiden de Lagunas route op. Het begon al meteen uitdagend, de weg bestond namelijk gelijk uit een dikke laag los zand wat het fietsen lastig maakt. Hard trappend en telkens je stuur corrigrend probeerde we ons een weg door het zand te banen. Meestal lukte het maar soms moest je noodgedwongen afstappen en een stukje lopen. Geen probleem, goed voor de afwisseling van spieren en het houdt je bezig. Na de eerste zand pssages stond ons een stijle klim te wachten, die we nog maar net fietsend op konden komen. Staand op de pedalen maar ook goed je gewicht verdelend om niet te gaan stijgeren, kropen we naar boven. Een heerlijke training zo vroeg op de ochtend en we hadden de benen gelijk warm. Over de rand van de eerste klim, zagen we meteen wat het landschap voor ons in petto had. Een bij a woestijnachtig landschap met rode half zand half rotsachtige bergen en uitgestrekte valleien. Een prachtig gezicht en je voelde je meteen weer nietig op deze mooie wereld.
 

De kilometers gingen langzaam voorbij vanwege de uitdagende tracks waar we over/doorheen moesten fietsen. Een combinatie van washboards en los zand, maar dat deerde niet. Het weer was goed en het landschap waanzinnig. Na een tijdje kwamen we bij het eerste meer. Lago Cañapa, een azuur blauw meer met spierwitte zoutstranden. In het meer staan honderden flamingo’s. We besloten hier onze eerste stop te houden en een broodje te eten.  Waar de flamingo’s die we nog toe waren tegen gekomen, heel schuw waren en meteen weg vlogen als we in de buurt kwamen, beleven deze flamingo’s staan en konden we aardig dichtbij komen. Na een heerlijke pauze van een halfuurtje besloten we door te fietsen. We kwamen nog langs twee meren, wederom vol met flamingo’s. Het ene meer had meer wit water en het andere meer meer donker grijs water. De lagunas route is mede zo populair door de verschillende kleuren meren. Op dag een konden we dit al beamen. Na het middaguur begon de wind aardig toe te nemen en hadden we hem flink tegen. We besloten dat het genoeg was voor vandaag en vroegen aan een onbetaalbaar hotel of we ergens onze tent mochten opzetten. Het personeel was heel vriendelijk en liet ons een plek zien, achter het personeelsgebouw waar we uit de wind stonden. Daarbij kochten we grstis gebruik maken van de douches en wc’s in het personeelsgebouw. Niet de mooiste plek, maar wel fijn om uit de wind te kunnen uitrusten. Nadat we onze standaard 2-gangenmaaltijd van instant Noodles en pasta hadden gegeten, gingen we heerlijk tevreden slapen en lekker dromen over wat voor moois ons morgen zou staan te wachten.

1. Maartje - Van uitdaging naar afzien

De Ruta de las Lagunas, oftewel: de route waar bikepackers van dromen of nachtmerries over hebben. Voor mij was het vanaf het begin duidelijk in welke categorie deze tocht zou vallen. Maar goed, je bent op reis en soms moet je dingen proberen, toch? We begonnen met een ontbijt in dat simpele restaurantje, droge rijst en een stuk nog droger lama vlees. Gelukkig wel onbeperkt oploskoffie en thee. Niet lang daarna zwaaiden we Mark uit, namen de afslag richting de Lagunas-route en belandden meteen in een dikke laag los zand. Zand. De nieuwe vijand. De eerste kilometers is dit een leuke uitdaging: continu balanceren, bijna vallen maar netzoals van der Poel op een cross wedstrijd toch op je fiets blijven zitten. Het is slopend voor je benen maar iedere 10 meter die je aflegt zonder af te hoeven stappen voelt als een kleine overwinning.

En toen was daar de eerste klim. Een steile klim, met de fiets volgeladen met tassen. Al je spieren brandden. Boven aangekomen keek Stijn enthousiast uit over de rode bergen en woestijnachtige valleien. Ik? Ik dacht alleen maar: hoeveel zand en hobbels krijgen we nog?

Bij Lago Cañapa hielden we pauze. Het meer was prachtig, dat geef ik toe: azuurblauw water, witte zoutstranden, flamingo’s. Maar eerlijk? Ik zat vooral op een steen, mijn rug masserend en nadenkend over hoe ik in vredesnaam deze route zou overleven. Terwijl Stijn genoot van de flamingo’s, keek ik met afgunst naar een campertje dat iets verderop gekampeerd stond.

Na nog meer kilometers vol zand en washboards (hobbels die je door elkaar schudden) bereikten we een peperduur hotel aan een meer, een kamer kost 200 dollar per nacht en de recensies waren zeer slecht. We gingen dus alleen voor een koffietje. Los Flamingos Eco Hotel heeft een chique interieur en een mooi uitzicht over het meer. De keuken is gesloten, we kunnen geen ontbijt en geen lunch bestellen. We worden naar een achteraf kamertje gestuurd waar geen mensen zitten. Op de kaart stond weinig interessants, in ieder geval geen gebak waar ik wel een klein beetje op had gehoopt bij zo’n chique hotel. Omdat we moeten pinnen en we daarvoor minimaal 25 euro moeten uitgeven kozen we voor een veel te dure panini ham/kaas. Klef wit casino brood met ongesmolten kaas en zelfs een beetje aangebrand. Een teleurstelling. We vertrekken weer. Nog wel even naar de toilet hier, want zittend naar het toilet is een echte luxe op deze reis. Pff geen wc papier.. beginners fout, altijd zelf toiletpapier meenemen. Als fietsende vrouw is het missen van toiletpapier extra vervelend, want je draagt een fietsbroekje met zeem (dikke stof laag, soort luier) die je zelde kan wassen. Dus als die dikke stof vloeistof opzuigt gaat dat zo lekker broeien. Goed uitdruppelen dus! Ah gelukkig wel zeep, dat is ook uniek in Bolivia, zou het lekkere zeep zijn omdat het zo’n duur hotel is? Ik smeer mijn handen er rijkelijk mee in. En dan RUK! Geen water.. ook typisch voor Bolivia.. de helft van de tijd is hier geen water druk en doen de kranen het dus niet. Zit je dan met al die (goedkope) zeep aan je handen. Ik veeg ze aan me broekje af en stap geïrriteerd weer op de fiets.

Het zand en de washboards zijn afzien. Waar ik er in het begin van de dag nog enige uitdaging in zag en me soms als van der Poel voelde, voelt het aan het eind van de dag als  een vervelde en dodelijk vermoeiende marteling.. het is nu afzien en niet meer leuk.

Gelukkig bereiken we het hotel waar we vanavond van plan zijn te slapen. We vragen de receptie naar de prijzen. We hebben precies genoeg Bolivianos om de entree van het park te kunnen betalen dus kunnen ons geen diner, overnachting of ontbijt in dit hotel permitteren. Of toch? Ze accepteren dollars! Die hebben we nog. Stijn vind het alleen niet nodig, we kunnen prima kamperen en we hebben genoeg eten. Ik denk dan: ik heb voor dit fietsavontuur gekozen en daar hoort kamperen en karig eten inderdaad bij, dus stijn heeft gelijk ook, niet zo aanstellen. Ik probeer nog een ontbijt buffet los te peuteren omdat de recensies zo goed waren maar voor 20 dollar p.p. moet ik stijn weer gelijk geven dat, dat is  wel heel duur en we hebben de afgelopen dagen al uit ontbeten. Morgen gewoon havermout met water.

We mogen onze tent gratis opzetten achter het personeelsgebouw en ook nog gebruikt maken van hun toiletten en douches. Erg netjes! We staan tussen het puin om zoveel mogelijk uit de wind te staan. De plek was alsnog winderig en er was geen warm water dus het douchen maar overgeslagen. We eten instant noodles en pasta. Ik lag vroeg in mijn slaapzak. Morgen zou ik me vast beter voelen, hield ik mezelf voor.

Dag 2 

2. Stijn - Een natte Roubaix is er niks bij

De volgende dag werden we vroeg wakker door alle gidsen die de 4x4 wagens aan het voorbereiden waren voor denluxe touristen die wel in het hotel konden slapen. Wij dus ook vroeg uit de veren, wat geen straf was want er stond weer een uitdagende tocht voor de boeg. Snel werd duidelijk dat vandaag een stukje pittiger ging worden dan gisteren. Een mooie training voor de spieren en voor de geest. De weg was aanzienlijk minder goed dan gisteren. De washboards waren diep en constant aanwezig en als er een periode geen washboards waren dan was het diep los zand. In mijn hoofd voelde ik me een held, alsof ik Roubaix to the max aan het rijden was. Als Van der poel, probeerde ik telkens de weg van de minste weerstand te vinden en zodoende zo efficiënt en gemakkelijk mogelijk over de hobbels heen te rijden. Dat dit een belasting was voor ons lichaam en onze geest was duidelijk, maar wat moeten onze fietsen ervan langs hebben gekregen en wat deden ze het goed. Door dit mooie mentale en fysieke spel zou je bijna de omgeving vergeten. Wederom ver uitgestrekte woestijnachtige valleien. Op een gegeven moment kwamen we bij een meer dat zou knal rood was dat het bijna gevuld met bloed leek. Na een kilometer of 50 waren we in een kleine nederzetting waar weinig spannends te beleven was. Daarbij was de wind wederom aardig hard opgestoken en hadden we hem pal tegen. Hier stonden we voor de keuze, of nog 10 km doorfietsen naar het volgende dorpje, of hier overnachten. De volgende dag zou op papier de zwaarste dag worden dus Stijn was voor nog 10 km doorfietsen, zodat we de volgende dag minder zouden hoeven. Maartje daarentegen was wel klaar met vandaag en wilde liever hier slapen. Uiteindelijl na een korte discussie besloten we nog 10 km door te fietsen. Ook het volgende dorpje stelde weinig voor en bood weinig plek voor beschutting tegen de harde wind. Weer klopten we aan bij een hotel om te vragen of we onze tent in de luwte van hun gebouw mochten opzetten. We zette snel ons kamp op, gingen koken en slapen. Wat een heroïsche en epische dag was dit. Een natte Roubaix is er niks bij.

2. Maartje - De hel

Het werd niet beter. Het werd erger. Veel erger. Washboards van een halve meter hoog, nog meer los zand en de wind recht in ons gezicht. Iedere meter voelde als een gevecht. Stijn was in zijn element, weigert de situatie vervelend te noemen (waardoor ik me een nog grotere aansteller voel) en stuiterend over de hobbels alsof hij Roubaix reed. Ik dacht alleen maar: dit is geen Roubaix, dit is pure marteling. Iedere hobbel die je over moet moet je op je benen staan, dan kom je met een knal weer op je zadel tot stilstand als je eraf rijdt. En dan weer een nieuwe hobbel, opnieuw vol op je benen staan en met kont op dat zadel weer tot stilstand komen. Het is een open weide vlakte met alleen maar zand. Je kunt tientallen kilometers ver kijken. Je ziet de plek dus al waar je over 2 uur afzien zal zijn.. ik vind de omgeving oersaai omdat die niet veranderd en ik kan alleen maar hopen dat de dag snel voorbij zal zijn.

Toen we bij een klein dorpje aankwamen, smeekte ik Stijn om daar te kamperen. Maar nee hoor, meneer wilde nog 10 kilometer door zoals we gepland hadden. Met als argument: anders moet je die kilometers morgen erbij doen en dat is onze zwaarste dag met de klim. Daar is niks tegenin te brengen want we hebben inderdaad maar eten mee voor 5 dagen en hoe zou ik ooit morgen overleven dan? Na een discussie en tranen fietsten we dus door, alleen om opnieuw in de wind te belanden. Mijn motivatie is compleet verdwenen, het voelt alsof mijn lichaam steeds meer tegenwerkt. Door deze wind lukt het me niet om harder dan 5 km/h te fietsen. Dat betekent dat je dus nog eens 2 uur doet over die 10km…

We moeten een plek vinden die beschutting bied tegen deze snoeiharde wind. We vinden een hostel waar we gratis op de ommuurde parkeerplaats mogen kamperen. In het hoekje van de parkeerplaats, naast de SUV’S waar toeristen met gewassen kleding en koffers uitstappen, zetten wij ons tentje op en koken wij onze pasta op het pitje. Het voelt heel armoedig op deze manier, je schaamt je een beetje tegenover die toeristen.. Er is bijvoorbeeld ook geen toilet voor oms, dus daar loop je dan met je toiletrol van de parkeerplaats naar de rand van het dorpje. Tegelijkertijd kon ik me er niet druk om maken ik was te uitgeput.

Dag 3

3. Stijn: slapen in een paradijs

De volgende dag werden we wakker met onze helden avontuur nog vers in het achterhoofd. Zou deze dag weer zo ruw en uitdagend worden of zou het ons makkelijker vergaan. De ochtend begon in ieder geval goed. De gasten waren al vroeg uit het hotel vertrokken en zodoende had het personeel blijkbaar tijd over en misschien medelijden met ons. We kregen namelijk vers gebakken pancakes van ze. Super lief en heerlijk. Goed gemutst stapten we weer de fiets op. We wisten dat vandaag de langste beklimming van de lagunas route op ons lag te wachten en dat daarna als beloning onze kampeerplek weer bij een hotspring zou zijn. De weg begon meteen weer slecht, veel zand en eindeloze washboards. Gelukkig werd de ondergrond met de klim wat beter, stukken harde en relatief egale rots. De klim was stijl maar te doen, na ongeveer 1.5 uur klimmen waren we boven. Helaas kregen we boven op de klim onze eerste en enige tegenvaller te verwerken tijdens deze tocht. Een van de voortasjes van Maartje was afgebroken door de vele hobbels en had een stuk van haar voorvork meegenomen. Precies hetzelfde euvel wat Stijn ook heeft gehad met zijn voorvork. Niks meer aan te doen, tasje bij Stijn achterop en weer door. In de verte zagen we opeens een andere fietser opdoemen. Stijn zette de achtervolging in en haalde hem al snel bij. Het was Hugo een Fransman die in Canada was begonnen met fietsen. We raakten aan de praat en fietsten met z’n 3en verder. Aan het begin van de middag kwamen we bij geysers uit. Een prachtig en magisch gezicht van diverse poelen met zwarte smurrie die luidkeels aan het bobbelen waren. Vanuit gaten uit de grond klonk keihard fluitend geluid van de stoom die eruit werd geblazen. Daarbij was de grond gekleurd alsof het een soort olievlek was. Een prachtige stop, wederom weer een hoogtepunt tijdens deze tocht. Nu stond ons alleen nog maar een afdaling te wachten totdat we bij de hotspring zouden aankomen. De weg was verrassend goed en het was een prachtige afdaling naar een meer dat klein begon en naarmate we lager kwamen steeds froter werd. Al snel waren we bij de hotspring, trokken onze fietskleren uit en doken in het warme water. Dit was een van de mooiste plekken die we tot nu toe hadden gezien. Een soort invinite pool met heet water aan de rand van een meer waar wederom 100en flamingo’s in liepen en werden omringd door bergen. We lunchten in het hete water, gaven onze ogen de kost en bleven de hele dag hier chillen. Tegen de schemering zette we onze tent op en gingen tevreden slapen.

3. Maartje: een lichtpuntje en de hotspring

De dag begon extreem vroeg. Om 5:00 starten de gidsen namelijk de SUV’s om deze op te warmen voor de toeristen. Wij worden wakker van de herrie en de uitlaatgassen. Gelukkig rijdt de laatste SUV om 06:00 de parkeerplaats af en hebben we de plek voor onszelf. En dan gebeurt er iets speciaals. Een lichtpuntje. Iemand van het hotelpersoneel wuift ons om naar het raam te komen en overhandigd ons een zak met bananen, broodjes en vers gebakken american pancakes. Blijer kun je me niet maken. De zon schijnt ook opeens! De lekke band die ik had en de uur vertraging die we hiermee op lopen kon ik daarom ook goed verdragen. Het belooft een goede dag te worden!
 

Vandaag staat dus die klim op de planning. Deze gaat redelijk. Misschien door de pannenkoeken of doordat het niet erger kon dan gister. Halverwege breekt alleen mijn voortasje af. Een stuk van mijn voorvork breekt hiermee ook af. Natuurlijk. Ook dat nog. Die voorvork is van staal. Kun je voorstellen hoe gruwelijk irritant en zwaar die washboard wegen hier zijn. Als zelfs het staal van je fietsframe breekt, wat voor effect zou het dan hebben op de spieren, gewrichten , de huid en het weke vlees van een mensenlichaam?

Stijn probeerde optimistisch te blijven, maar ik wilde alleen maar huilen. Mijn tas ging achterop bij Stijn en we ploeterden verder. Gelukkig (voor stijn) komen we Hugo tegen. Een fransman waarover we al eerder hadden gehoord via andere fietsers. Als er een 3e bij is moet ik toch een beetje mijn trots hoog houden dus laat mijn tranen niet zien en zeur ik minder. Hugo herinnert ons ook om de kleine detour te doen naar de geysers (wij waren die geysers door alle drama alweer vergeten). Bij de geysers maakten we een korte stop, en eerlijk: die waren indrukwekkend.

De afdaling naar de hotspring was oké. Toen ik eindelijk in het warme water lag, met uitzicht op de flamingo’s, het besef dat we over de helft waren en Hugo ons ook nog eens vertelde dat we het zwaarste gedeelte gehad hadden kon ik pas echt ontspannen… wat was deze infinity hotspring aan het meer met flamingo’s op een paar meter afstand toch mooi. Een droomplek.

Dag 4 

4. Stijn - moe en voldaan

De volgende dag ontbeten we natuurlijk in het warme water en stapten daarna op de fiets. Na 2 km kwamen we bij de commerciële hot spring van dit national park, waar 10-tallen trucks en misschien wel 100 toeristen waren. We wisten dat wij hadden geslapen bij een hot spring waar het eigenlijk niet mocht, maar waren gelukkig niet betrapt. Als we dit drukke tafereeltje vergeleken met onze plek, hadden wij het heel wat beter voor elkaar. Dit was ook meteen de laatste plek om onze Boliviano’s uit te geven, voordat we bij de grens zouden kopen. We kochten nog een fles cola en een rol koekjes en vervolgden onze weg. Eerst lag er een pittige klim op ons te wachten, met veel zand. Dus constant druk op de pedalen proberen te houden, beetje druk uit de banden en gaan. De vele auto’s die ons passeerden toeterden aanmoedigend. De afdaling was ook extreem zanderig en daarom heel technisch. Onze moutainbike skills worden op deze tocht met het uur beter. Om ons heen wederom de roodkleurige bergen, een bijna buitenaards landschap. Op een gegeven moment kwamen we bij een bijna witachtig meer met daarnaast weer een azuurblauw meer. Hier besloten we dat het tijd was voor de lunch. Dit zou onze laatste lunch is Bolivia zijn dus nog even extra genieten van dit moment. We vervolgden onze weg richting de grens met Chili. Er was inmiddels een flinke wind gaan waaien, waar we recht tegenin moesten fietsen, dat gecombineerd met nog aardig wat klimmen en een slechte weg, zorgde voor de nodige inspanning. Bij de Boliviaanse grenspost aangekomen was de douanier even aan het lunchen en moesten we dus noodgedwongen even wachten. Het was best koud, dus de donsjasjes werden uit de tas gehaald. Wat hebben we deze fantastische kledingstukken toch vaak gebruikt tot nu toe. Na een halfuurtje wachten, werden we bolivia uitgestempeld en konden we naar de Chileense douane fietsen. Dit was nog een uitdagend stukje van 6 km klimmen. Redelijk aan het eind vannonze energie kwamen we bij de douane aan. De Chileense douane is altijd heel strikt met het weren van verse producten als  lees, zuivel, groente, fruit en andere verse natuurproducten. Aangezien stijn geen zin had in gezeur vroeg hij voor de zekerheid bij elk van onze voedselproducenten die we bij ons hadden of het mee mocht. Nadat de douanier steeds instemmend had geknikt vulde hij het formulier in dat we geen verse natuurlijke producten meenamen. Direct nadat hij het formulier had ondertekend vroeg dezelfde douanier of we honing nij ons hadden, ongeveer het enige product rat Stijn niet had gecheckt dat wr wel bij ons hadden. Beteuterd knikte Stijn en reageerde de douanier bijdehand dat dat een vers natuurproduct was en dus niet mocht. Het werd ingenomen en Stijn moest het formulier opnieuw invullen. Doordat we weer behoorlijk hoog zaten en moe waren was ons cogniti vermogen op een wat lager niveau. Hierdoor heeft Stijn uiteindelijk dit formulier 4x opnieuw moeten invullen omdat hij telkens een foutje maakte en het niet op dit ‘officiele staatsdocument’ mocht corrigeren.

Uiteindelijk mochten de dan toch Chili in. We zouden slechts een dag in Chili zijn omdat we het alleen snel doorkruisten richting Argentinië. We wilden zo snel mogelijk een campingplek zoeken omdat we moe waren na de uitdagende Lagunas route. Helaas was er jiet veel geschikts te vinden. Alles was open en onbeschermd tegen de wind. Uiteindelijk konden we na zo’n 20 km een plekje achter een muurtje op een parkeerplaats vinden. We namen er maar genoegen mee, want de zon ging al bijna onder en aangezien we op 4.750m hoog zaten zou het snel afkoelen. We zetten meteen de tent op, kleedden ons om in onze warme kleding en begonnen met koken. Inderdaad direct toen de zon onderging, knalde de temperatuur omlaag. We schrokten vlug ons eten op en doken de tent in. Volledig voldaan kropen we in onze slaapzak. We hadden de lagunas tocht overleefd en wat was het een waanzinnige ervaring.

Deze nacht zou onze koudste nacht van de reis worden. Het was zeker -10 en stijn had al zijn kleding inclusief donsjas en muts aan om warm te blijven. In de ochtend waren almonze bidons natuurlijk stijf bevroren en hadden we havermout ijs. De fietstocht naar de grens met Argentinië was relatief simpel, een volledig geasfalteerde weg waarbij we vooral moesten dalen. De grensovergang ging op een halfuurtje wachten na soepel. Ons avontuur zat er nu echt op en we waren veilig aangekomen in het vierde land van onze reis. Vanaf nu zouden we alleen nog afwisselend in Argentinië en Chili zijn tot het eind van onze reis.

4. Maartje - Wind, zand, washboard en de grens met Chili

De laatste dag. Eindelijk. We worden wakker aan het meer en ontbijten samen in het warme water (Hugo was gister al door gefietst). Een paar kilometer verder zijn de commerciële hotsprings waar wij onze laatste bolivanos uitgeven aan dure maar super uitziende witte chocolade koekjes. Dan begint het weer een pittige klim, eindeloos veel zand en de helse wind die we moeten trotseren. Mijn benen deden pijn, mijn hoofd was leeg. Stijn leek nog energie te hebben, maar ik was er helemaal klaar mee. Die harde wind snijd zo door al je kleding heen, het werd dus ook nog koud. Tot overmaat van ramp was er niemand bij de Boliviaanse grens. Ook weer typisch Boliviaans. Alles is altijd gesloten. Zo klaar met dit land, blij dat we naar Chili gaan. Na een uur kouwkleumem en op de deur kloppen kwam er eindelijk een grensbewaker die ons onze stempels gad.

De grensovergang naar Chili kennen we ondertussen. Ze zijn steng hier, regels zijn regels, geen richtlijnen. Je mag geen verse producten de grens overnemen. We hebben nog 1 banaan die eigenlijk bedoeld is voor het ontbijt 🍌. Maartje wil deze proberen de grens over te smokkelen want is opstandig en heeft  misschien ook wat Johan (vader) streken. Stijn vindt dit maar niks en eet hem liever op. Bij de douane hebben we dan ook verschillende tactieken. Stijn is bloed eerlijk tegen de douane man en moet verschillende formulieren invullen, dit duurt eindeloos. En helaas het potje honing inleveren… Ik ben er zo doorheen en morgen hebben we ook nog eens banaan bij ons ontbijt!

Na de Chileense grensovergang hebben we asfalt. Wat een verademing. Een kampeerplek vinden is nog even lastig met deze wind.. we staan vlak naast de weg en hebben alleen bescherming van een muurtje. We zitten op zo’n 4800 meter hoogte dus het belooft weer een koude nacht te worden. Maar het maakt allemaal helemaal niks meer uit want die helse Lagunas route zit erop en komt nooit meer terug

Maartje - Conclusie

De Ruta de las Lagunas is misschien een droom voor sommige bikepackers, maar voor mij was het vooral een uitputtingsslag. Natuurlijk heb ik in deze blog een beetje overdreven, daarnaast moest ik ongesteld worden wat het allemaal nog ondraaglijker maakt maar weet dat het losse zand, de snoeiharde tegenwind en de verschrikkelijke washboards deze tocht erg onaangenaam maken. Sommige plekken waren inderdaad prachtig, de hotspring met flamingo’s is misschien wel de mooiste plek waar we ooit gekampeerd hebben. Toch zou ik deze tocht zeker niet nog eens. Doe mij maar een kop koffie, een lekker gebakje en een warme douche.

Andere verhalen

IMG 5014
La Paz, Ruta de las Vicuñas en Salar de Uyuni
Bijna onze volledige stretch door Bolivia. Het begin ontspannen in La Paz, onze fietstocht naar de hoogste berg van Bolivia, remote door Bolivia/Chili op de Vicuñas route en ten slotte de oversteek van de grootste zoutvlakte ter wereld.
BO Bolivia Dag 52 1.980 km
IMG 4734
Camino del Puma: Een 8-daagse tocht door bergen en woestijn.
Na tien dagen toerist spelen en herstellen van het ziek zijn, was het dan eindelijk weer tijd om de pedalen in te klikken en op avontuur te gaan. De zuidelijke route van de Camino del Puma wachtte op ons: 650 kilometer en 10.000 hoogtemeters richting La Paz, Bolivia. Hoe groot de kans zou zijn dat we pumas tegen zouden komen? Nihil. Maar één ding was zeker: deze acht dagen zouden weer een mega zwaar maar onvergetelijk avontuur worden. Ga met ons mee in de details van zandduinen, woestijnwarmte, ijzige nachten en onverwachte ontmoetingen.
PE Peru Dag 40 1.277 km
IMG 5946
Herstellen in Cusco en modern wereldwonder bezoeken
Na het besluit om de Peru Great Divide (PGD) niet af te maken, vertrokken we naar Cusco. Terwijl Stijn nog herstellende was, konden we genieten van de culinaire mogelijkheden in deze toeristische stad. Met onze fietsen op het dak van een auto maakten we een spannende rit door de Andes, waarna we een 17 uur durende busreis naar Cusco ondernamen. In Cusco ontmoetten we oude vrienden, aten we heerlijk en konden we eindelijk rusten na weken in de bergen. Na herstel bezochten we Machu Picchu, waarbij we kozen voor de goedkope route, inclusief een hike en muggen. Het avontuur werd gekenmerkt door wachten en ongemak, maar de prachtige Incastad maakte alles goed.
PE Peru Dag 38 1.191 km