Eerste week Peru Great Divide (PGD) zit er op. Waar moeten we beginnen…
Ten eerste zijn alle indrukken en ervaringen teveel om te verwerken. Of dit nou komt door het uitbundige studentenleven dat we hebben gehad 🍺🤯, of dat het echt gewoon teveel is voor een mens om te verwerken. Om onze indrukken ook voor jullie nog een beetje overzichtelijk te houden, delen we de blog in in onderwerpen.
De route
We volgen dus de Peru Great divide. Althans een variatie hier op het eerste stuk hebben ingewisseld voor een leukere alternatieve route langs een gletsjer waarbij we meer onverhard fietsen en wat drukkere geasfalteerde wegen vermeiden. De totale route is bijna 1.600 km met 36.000 hoogtemeters en gaat van Huaraz (Zwitserland van Peru) naar voor ons nog een onbekende plek, waar we weinig over kunnen vertellen. We hebben de route domweg overgenomen van andere bikepackers die we tegenkwamen in Huaraz en die 3 dagen eerder zijn gestart. Bij het schrijven van deze blog hebben we ze ingehaald 💪🏻. De route gaat over meerdere pieken van boven de 4.800m, langs gletsjers, verlaten en nog werkende mijnen, kleine stadjes en nog veel meer.
De uitzichten
De uitzichten die we tijdens de eerste week gezien hebben, waren werkelijk adembenemend. Nadat we op dag 2 over de eerste piek van 4.800m waren en de volgende vallei in de zon konden zien liggen, moest Maartje zelfs huilen, dit is waarvoor we zijn gekomen. We proberen het in foto’s vast te leggen, maar het komt niet in de buurt bij hoe het echt is. Na elke piek of elke bocht wacht weer een andere schoonheid. Dan weer een gletsjer, dan weer een vallei met wilde paarden, dan weer ruwe rotsgesteentes en dan weer een kristalhelder bergmeer. Als god een soort klapper heeft gehad voor het scheppen van de aarde, zoals je bij een tapijtenwinkel hebt, dan moet de Andes in Peru daarop lijken.
De weg en het tempo
Voor 95% van de tijd fietsen we over onverharde gravel bergwegen. Hooguit als we in een stadje komen ligt er wel eens asfalt. Het zijn qua breedte wegen waar een kleine vrachtwagen overheen zou kunnen rijden. De gravel is goed te doen met onze 65mm banden. Variërend van zanderige grond, tot stenen van golfbal of hockeybal formaat. De stijgingspercentages variëren behoorlijk. Soms kunnen we heerlijk met 3% klimmen, maar af en toe lopen ze op tot boven de 15%. We hebben erg moeten wennen aan het tempo dat we rijden. Als de weg met 5% omhoog gaat dan zakt onze snelheid op de zwaar bepakte fietsen al gauw onder de 7 km/h. Wanneer het stijler wordt fietsen we vaak niet harder dan 5 km/h. Gisteren hebben we een klim van 25 km met 1.900 hoogtemeters en daar hebben we 7 uur over gedaan incl. pauzes. In het begin was dit voor ons als racefietsers vrij frustrerend, maar inmiddels hebben we ons daarbij neer kunnen leggen. Als je 4 km/h klimt heb je na een uur weer 4 km gedaan die niemand je meer afneemt, op naar het volgende uur.
Het afdalen is behoorlijk kicken. Voor ons is dit hetgene wat het dichts bij downhillen komt, wat we in ons leven gedaan hebben. Jullie begrijpen natuurlijk wel dat ons Maart het hardste daalt van de Dos Bicicletas. Stijn controleert vanuit de achterhoede. Waar een klim rustig 5 uur kan duren, ben je snel in 1-1.5 uur afgedaald. Stuiterend over de gravel en rotsen. We hebben al een dure (qua tijd) les gehad over bandenspanning met dalen. We hebben namelijk in 1 week al 2 stootlekken gehad door te dalen met te lage bandenspanning.
De hoogte en temperatuur
Fietsen door de Andes betekent, fietsen op hoogte. Waar het dak van de tour vaak niet boven de 2.400m komt, zijn wij nog niet onder de 3.000m geweest. Meestal fietsen we tussen de 3.500 - 4.500m. Tot nu toe zijn we over 4 pieken van boven de 4.800m geweest, waarbij 4.950 m het dak van onze tocht tot nu toe was. Ter referentie de Mont Blanc is 4.809m hoog. Fietsen boven de 4.000m is wel wat anders dan rondje polder bij -1.5m. Bij kleine inspanningen moet je al enorm naar ademhappen. Als je dus 5% omhoog aan het fietsen bent met een ~80 kg zwaar lichaam + 35kg fiets en bepakking, dat je constant tegen het hyperventileren aan zit. Wordt het echt hoog (>4.500m) en stijl (>10%) dan is het 200m fietsen om vervolgens 2 minuten over je stuur heen gevouwen met je tong tussen je spaken op adem te komen. Als wij terugkomen in NL en we zouden een doping controle krijgen, dan zouden we wel verdacht zijn vanwege onze bloedwaardes.
Dan vragen jullie je natuurlijk ook nog af, hoe zit het met de temperatuur op die hoogte. De temperatuur schommelingen zijn behoorlijk sterk. Overdag kan je nog prima kort-kort een bergpas van 4.800m hoog oversteken en moet je jezelf goed insmeren. Zakt de zon rond 16.00 uur achter de berg dan gaat het kwik ook snel omlaag. Als wij onze campingspot hebben gevonden, trekken we altijd als eerste onze lange onderbroek, dikke wollen sokken, dikke merino longsleeve en donsjas aan. We zijn tot nu toe 1 keer wakker geworden met ijs op de tent, maar een halfuur later toen de zon op ons kamp stond, lagen we alweer in het meer te zwemmen. Vanwege de hoogte moet je je ook extreem goed insmeren. De zon is zo krachtig dat je snel verbrandt. Als de teller €1.000,- aan donaties heeft aangetikt, zullen we een genante verbande foto van Maartje posten.
De slaapplekken
Tot nu toe hebben we ongeveer 50% gecampeerd en 50% in hostels geslapen. Voor een hostel betaal je ongeveer €15,- voor een kamer met 2 personen incl. warme douche en meestal wifi. Een hostel biedt als voordeel dat je je kleding makkelijk kan spoelen en uithangen, een goed bed hebt en we onze electronica kunnen opladen. Voor de rest is het natuurlijk weinig avontuurlijk en niet zo sfeervol als ons mooie tentje. De plekken waar we tot nu toe gecampeerd hebben, waren een voor een bijzonder. De eerste nacht sliepen we op een piek van 4.800m en sneeuwde het licht en waaide het keihard. Gelukkig vonden we hier een verlaten gebouwtje, waar we via het raam in konden klimmen en konden koken en slapen. Hierdoor waren we een stuk beschutter tegen de wind dan in onze tent. We deelden dit 0-sterren optrekje met 2 andere fietseres. Dit was onze eerste keer op 4.800m en van slapen is het dan ook niet echt gekomen. Met z’n tweeën hebben we ijverig de hele nacht plafonddienst gehouden. Twee keer hebben we bij hot springs geslapen. De hot springs dienen als badkamer voor de lokale bewoners. Voor respectievelijk €0.50 en €2.50 per persoon konden we gebruik maken van de warmwater baden en dan gratis kamperen. Heerlijk om na een dag fietsen lekker te ontspannen inhet warme water en onszelf te wassen. De mooiste plek tot nu toe was waarschijnlijk aan een bergmeer op 4.100m hoogte. Het kristalheldere water was afkomstig van een gletsjer verderop en bood een heerlijke verfrissend bad in de ochtend. Als laatste hebben we nog tussen indrukwekkende rostpartijen geslapen na een slopende klimt van 25 km.
Eten
We hebben nog geen flauw benul van hoeveel energie we eigenlijk per dag verbranden. We fietsen gemiddeld 50km per dag met ongeveer 1.400 hoogtemeters. Feit is wel dat we alles kunnen eten dat los en vast zit. In de ochtend beginnen we steenvast met een berg overnight oats met banaan, waar we normaal in NL 3 keer van kunnen ontbijten. De lunch wisselt een beetje van dag tot dag. Als we geen restaurantje tegen komen eten we vaak simpele broodjes met wat maar voor handen is, schapenkaas, avocado of alleen een klodder mayonaise. Het gaat niet om een culinair hoogstaande lunch, want vaak maakt het uitzicht alles goed. Zittend in onze kampeerstoeltjes genieten van het leven. Als we wel een restaurantje tegenkomen, krijg je vaak het dagmenu aangeboden. Meestal bestaat dit uit kippensoep met pasta of aardappel erin en als hoofdgerecht een groot bord rijst, met ondefinieerbare smurrie en een stuk vlees of kip. Het woord restaurant roept overigens een verkeerde indruk op. Vaak lunchen we in dorpjes van 2.5 huisje en is het restaurant een lemen gebouwtje met 1 grote tafel en lopen de kippen door de ruimte. Het geeft allemaal echt het gevoel dat je op een totaal andere plek op de wereld bent, met een totaal andere cultuur met compleet andere standaarden. Voor een dergelijke lunch betaal je vaak tussen de 2-4 euro per persoon. Soms krijgen we zoveel rijst, dat zelfs wij na een ochtend klimmen het niet op krijgen en nemen we de rest mee als lunch voor de volgende dag. Het avondeten verschilt ook behoorlijk of we in een restaurantje gaan zitten, of zelf koken bij onze tent. Als we bij een restaurantje eten dan is het vaak of een kiptent, waar je kippensoep en verschillende versies van rijst met kip of slap gefrituurde frietjes met kip kan krijgen, of we gaan naar een Chifa. Eerst dachten wij dat Chifa het lokale woord voor restaurant was, maar later ontdekten we dat dit voor Chinese fastfood staat. Als je denkt dat we in Nederland veel chinese restaurants hebben, ben je nog niet in Peru geweest. Zoals de gerechten in onze Chineese restaurants blijkbaar niet echt typisch Chinees zijn, zo zijn de gerechten in Peruaanse Chinese restaurants ook niet echt Chinees. Het zal je niet verbazen dat veel gerechten bestaan uit rijst met kip en de Chinese toets zou dan of de toevoeging van ananas, perzik of een andere vrucht zijn. Verder staan er wel zaken als loempia’s en wontons op de kaart. Ook hier betaal je vaak niet meer dan €5 voor je eten.
Als we zelf koken bij ons kamp, is de kaart ook nog niet heel uitgebreid geweest. We hebben beschikking over 1 benzinebrandertje (campinggas is hier niet goed te krijgen) en 1 pannetje met 1.5l inhoud. Tot nu toe schafte de pot vooral pasta met zelfgemaakt saus van wat voorhanden is. Vaak een combinatie van ui, wortel, tomaat, ketchup en de ene keer tonijn de andere keer de Peruaanse variant van knakworstjes. Het aanbod van ingredienten bij de winkeltjes is niet reuze. De groenten worden maar matig gaar, terwijl wel alles aanbakt in dit pannetje. Desalniettemin door de ambiance, omgeving en enorme honger smaakt alles alsof een Italiaanse oma het heeft klaargemaakt.
Dieren
Tijdens onze tochten komen we natuurlijk diverse dieren tegen. Paarden, koeien, schapen en ezels zijn vaste prik. Van d rkoeien, schapen en ezels kunnen we wel vaststellen dat ze gedomesticeerd zijn. Maar we zijn toch echt van mening dat we af en toe wilde paarden hebben gezien. De beesten die we het meeste tegenkomen zijn honden, maar het liefst zouden we die helemaal niet tegen komen. Waar in Nederland honden je vriend zijn, zijn in Peru fietsers de aartsvijand van de hond. Elk dorpje waar we doorheen rijden, liggen talloze honden op straat de hele dag niks te doen, totdat wij langskomen. Alsof ze door de bliksem geraakt worden springen de honden op als ze ons zien of horen en beginnen keihard blaffend op ons af te rennen. Ze blijven dan op 20-30cm van onze benen meerennen en blaffen alsof we hun puppies hebben vermoord. Beide hanteren we een andere tactiek om van de honden af te komen. Maartje begint Cesar Milan stijl als hondenfluisteraar ‘noh noh noh’ te roepen. Als dat niet helpt, pakt ze een van de stenen die ze vooraf als munitie in haar cargobibs heeft gestopt en dreigt ze die op de honden te smijten. Stijn doet juist alsof de hond lekker bezig is zijn territorium te verdedigen en fietst stoïcijns door. Uiteindelijk stoppen de honden altijd, de een na 10 meter, de ander na 100en meters. Verder komen we af en toe in een zwerm horzels, spotten we wel eens een konijn, lopen er kippen door het restaurant en hebben we herten gezien. De grote wens van Maartje was echter om lama’s te zien en die bleven uit, tot de 7e dag van de PGD. Op 10 meter van ons af schoten opeens 6 lama’s de weg over vluchtend voor ons, in de berm bleven 4 andere lama’s ons schaapachtig aankijken. Wens in vervulling gebracht. Maar de apotheose van het dierenspotten kwam op dag 8 van de PGD. Na een klim van 25km, 1.900 hoogtemeters, stijgingspercentages van boven de 20% en een totale inspanning van 7 uur, kwamen we boven op een piek van 4.840m. De zon ging net onder dus het werd meteen koud. Gewapend in donsjas, regenbroek en handschoenen, stoven we de afdaling in, want we moesten nog een campingplek zoeken en onze tent opzetten voordat het donker werd. Na 1 km dalen, kwamen we opeens in een vallei waar 100’en lama’s stonden of lagen te chillen. Als een cadeau na die extreme klim, reden we door een zee van lama’s. De een rende hard voor ons weg, de ander gaf duidelijk geen moer om ons. Een ervaring om nooit te vergeten. We hebben het geprobeerd vast te leggen op video en hopen dat jullie een beetje kunnen meegenieten.