Aangekomen in La Paz vonden we dat we een wat luxer hostel hadden verdiend. Het hostel dat we hadden uitgekozen had alleen nog maar de grootste kamer als tweepersoonskamer beschikbaar en dus werd de traktatie extra groot. Een kamer met een gigantisch kingsize bed met uitzicht over de zuid en en westkant van de stad en een eigen badkamer met warme douche. Dit was precies wat we hadden verdiend na de tocht door de woestijn en de uitgestrekte blaktes van de Camino del Puma. Ter referentie deze kamer kostte nog steeds maar €25,- per nacht.


 

La Paz is een stad gebouwd in een vallei op zo’n 3.800m. Het is de hoogste hoofdstad ter wereld en er wonen zo’n 3 miljoen mensen. Als openbaar vervoer heb je twee opties, de collectivo’s (kleine busjes die vaste routes rijden en overal stoppen waar je wilt) en de kabelbanen (teleferico’s). De laatste optie is by far het leukst omdat je hoog over de stad zweeft en goed alles in je kan opnemen. In La Paz kregen we een beetje mee van de crisis waar het land jn verkeerd. Tegenstanders van de huidige politieke leiders, blokkeren de toevoerlijnen van benzine naar Bolivia. Bolivia is voor 80% van het benzine gebruik afhankelijk van import. Het gevolg is dat er enorme rijen auto’s voor de benzine stations in de stad staan, wachtend op een nieuwe tankwagen aan benzine. Op een gegeven moment spraken wij een wachtende vrouw aan die ons vertelde dat ze sinds 9.00 uur s’ochtends in de rij stond, op dat moment was het 16.30 en ze moest nog zeker 3 uur wachten. Gekukkig hadden wij ons liter flesje benzine om te koken nog vlak voor de grens gevuld.


 

Bij een ruststop zoals deze in La Paz staan er altijd twee dingen centraal, uitrusten en eten & drinken. Het uitrusten gaat natuurlijk goed in het kingsize bed, maar voor eten moesten we de stad ontdekken. Het fijne aan zo’n grote stad is dat we weer eens wat anders kunnen eten dan rijst, pasta, noodles en havermout.


 

Verder zouden we ons in La Paz natuurlijk ook weer verwennen met ander eten dan rijst, noodles, pasta en havermout.  Daarom besloten we voor een gebalanceerd dieet te kiezen van gebak, pizza, crepes, taco’s, burrito’s, bier, cocktails en wijn. Het perfecte recept voor een goed herstel. Elke dag bestond uit buiten de deur ontbijten, uit eten en drankjes in de rooftopbar van ons hotel. Daarnaast deden we ook wat praktische zaken als kleding naar de wasserette brengen, kleding laten naaien, fluoriserende hesjes te kopen om onze moeders blij te maken en een beetje voor de veiligheid op de snelwegen, en simpelweg de stad verkennen. Daarnaast was het ook de hoogste tijd voor Stijn om naar de barber te gaan. Zijn dappere poging om een echte baard te groeien, begon meer te kijken op een kleuter die haar op iemands hoofd tekent. Sprieten die alle kanten op springen en kale plekken. Als je dan toch naar de barber gaat, kan je net zo goed het hoofd ook meepakken. Dus bij de eerste de beste barber naar binnen en in het beste spaans uitleggen wat het idee was. Baard bijwerken en koppie drie maandjes korter. Zo gezegd zo gedaan, de barber ging minutieus te werk en probeerde zo goed als mogelijk een strakke baardlijn te creëren. Bij het hoofd ging hij wat minder zorgvuldig te werk en pakte beide oren mee met een knipje. Desalniettemin zag Stijn er weer een stuk vlotter uit. Het contraast met de Hollywood-achtige baard en Teva’s met afritsbroek kon bijna niet groter. Ten slotte hadden we in La Paz ook weer een reuni met Colin, de Belg waar we een deel van de PGD mee hebben gefietst en die we in Cusco tot ziens hadden gezegd. We zouden wederom samen de weg gaan vervolgen. Het plan was 3 dagen in La Paz te blijven, maar helaas werd Maartje ziek (gelukkig maar voor 1 dag) en zijn we er uiteindelijk 4 dagen geweest.

LA PAZ —> SAJAMA

S’ochtends vroeg hadden we met Colin afgesproken bij de Telferico. De klim uit La Paz is stijl en vol mer verkeer en wordt afgeraden om te doen. Natuurlijk doet het pijn in ons fietsershart om een dergelijke uitdaging over te slaan, maar ‘Safety first’. Het eerste stuk uit La Paz was heerlijk verhard en de kilometers vlogen voorbij. Het was duidelijk dat Maartje en Colin de betere benen hadden, want Stijn zat telkens in het rood in het wiel. Deze krachtsverhoudingen zouden aanblijven tijdens de rest van de Ruta de las Vicuñas en brachten wat scheurtjes aan in het zelfingenomen macho imago van onze poedel. Tijdens de lunch trokken we veel bekijks bij de kinderen in het kleine dorpje. De innerlijke vader kwam in Stijn naar boven en die begon uitgebreid met ze te kletsen, foto’s te maken en te geinen. Op iOverlander de app die we gebruiken om langs onze route winkeltjes, drinkwater en kampeerplekken te zoeken, hadden we gelezen dat er nog een grote river crossing op ons stond te wachten. Gelukkig voor ons toen we bij de rivier aankwamen, zagen we dat er een lange gammele smalle voetgangersbrug was gemaakt, waar onze fietsen met tassen net overheen pasten. Langzaam lopend met een beetje samen geknepen billen staken we de rivier over. Overal in de rivier waren flamingo’s aan het zoeken naar eten, wat de spannende oversteek ook weer wat schattiger maakte. Aan de overkant aangekomen besloten we snel een kampeerplek te zoeken, die we vonden in een droge rivierbedding. Deze dahct was tot nu toe onze langste etappe met 128 km 💪🏻. De nacht verliep dit keer alles behalve soepel, Maartje had een klein lek in haar luchtbed, waardoor ze na een uur met haar billen op de grond lag. Omdat het al donker en erg koud was besloten we om niet in de nacht het lek te zoeken en te plakken, maar telkens het matje opnieuw op te blazen en proberen een uur te slapen. Het was alvast een goede oefening voor een eventuele potentiële gezinsuitbreiding. In de ochtend bleek dat de een deze gebroken nachtrust beter verteren dan de ander. Gelukkig maakt een ochtendkoffie heel veel goed. Dit geluk was niet van lange duur helaas, want 3 km na de start kwamen we achter dat Maartje een lekke band had. Gelukkig zijn we hier inmiddels aardig bekwaam in geworden en zaten we 35 minuten later weer op de fiets. Vandaag was het plan om zo’n 80 km te fietsen en zouden we kamperen naast een riviertje, zodat we beschikking hadden tot water. Het werd een pittige dag vol met los zand, waar de fietsen in wegzakken en waardoor het fietsen 2 keer zo zwaar wordt. Moe van de hele dag fietsen kwamen we aan bij de geplande kampeerplek en hier bleek de rivier meer een afvoerputje van flamingo en lama uitwerpselen te zijn. Water pakken ging dus niet op, terwijl we dat wel nodig hadden. Daarnaast zagen we achter ons dreigende donkere wolken aankomen en besloten we dat we nog een stuk verder zouden fietsen naar het volgende plaatsje. Moe maar gelukkig nog droog kwamen we aan in het plaatsje en vroegen we in het enige lokale winkeltje of we ergens in de kerk of de school onze tent op konden zetten om te schuilen tegen de regen en de wind. Uiteindelijk kregen we een soort gemeenschapsschuur aangewezen, die vooral door vogels als gemeenschappelijk toilet werd gebruikt. Met een bezem lukte het ons om de vloer enigszins zwavel vrij te krijgen en waren we blij dat we een dak boven onze tent hadden. Verder werd ons verteld dat er openbare toiletten waren aan de rand van het plaatsje. Nou zijn onze hygiëne standaarden al aardig gedaald tijdens deze reis, maar deze ‘openbare toiletten’ waren wel weer een drempeltje die we moesten nemen. Voor een impressie verwijzen we jullie graag naar foto’s. De volgende dag stond er een korte dag op het programma we zouden namelijk weer eens gaan overnachten bij hot water springs en die waren maar een relatief kort stuk fietsen. Na ons gebruikelijke ochtendritueel dit keer overdekt, fietsten we weg. Al snel kregen we Mt. Sajam in het vizier, wat een zeer indrukwekkend gezicht was. De vulkaan staat behoorlijk geïsoleerd in het vlakke landschap van de Altiplano van Bolivia en torent daarom boven alles uit. De top was strak bedenkt met ijs en het geheel had wel wat weg van Mt Doom uit LOTR. Na een uurtje gefietst te hebben kwamen we aan bij een heel klein gehuchtje waar een restaurantje was. We besloten ons te trakteren op een vroege lunch.  We hadden de optie een simpel menu (voorgerecht en hoofdgerecht) voor 25 BOL of een compleet menu voor 45 BOL waarbij je dus voor 20 BOL extra een toetje kreeg. Stijn vond het niet zo nodig en hield liever de hand op de knip, maar ons toetjesmonster Maartje wilde natuurlijk het complete menu. Een relatie is compromissen sluiten, dus stijn ging mee met het toetje. Het voorafje begon meteen goed, heerlijke pompoensoep met brood en een zelfgemaakt ondefinieerbaar maar lekker drankje. Meteen waren we blij dat we voor het hele menu waren gegaan als het voorafje al zo lekker was. helaas werd dit niveau niet gehaald met het hoofdgerecht, klamme frietjes met een taai stuk lama. Gelukkig hadden we nog het dessert nog wat dus ongeveer 50% van het hele diner zou kosten. Rijkhalsend keken we naar de deur van de keuken en toen die openging sprongen we bijna op om te kijken wat het was. Colin en Stijn barsten in het schaterlachen uit en Maartje haar gezicht stond op onweer. De onber kwam namelijk met twee bakjes aan, waarin een halve abrikoos uit blik lag met een klein beetje sap van het blik. Een kat in de zak zou nog meer waard zijn. Nadat we ons dessert in 2 seconden op hadden besloten we naar het volgende hoogtepunt door te fietsen, de thermal baths. Voordat we konden genieten van het warme water, wilden we eerst nog bevoorraden voor de komende 4 dagen op de RUta de las Vicuñas, waar we helemaal niks zouden tegenkomen. We moesten dus goed nadenken over hoeveel eten we nodig hadden. Je wilt natuurlijk niet te weinig eten hebben, maar ook weer niet te veel gewicht meezeulen. We besloten dat we elke avond of 500 gram pasta of 500 gram rijst zouden koken, waarvan we dan de volgende dag ook zouden lunchen. Voor de eiwtiten grijpen we steevast naar de ingeblikte tonijn, die ook nog veel smaak geeft aan het eten. Als voorafje voor het avondeten een portie instant noodles per persoon per avond.  Voor ontbijt rekenden we op 100 gram havermout per persoon. Daarnaast nog een onverklaarbaar maar grote hoeveelheid koekjes, wraps jam en honing als extra snacks. Ten slotte, moesten we ook nog ons benzine flesje bijvullen om te kunnen koken. Ons flesje is 0,6l en daarmee kunnen we ongeveer 5-6 dagen koken. Zoals eerder in deze blog al beschreven is er een groot benzine probleem in Bolivia en het lukte ons dan ook niet om bij een winkeltje benzine te krijgen. Aangezien we toch echt benzine nodig hadden om onze pasta en rijst eetbaar te maken, besloten we automobilisten aan te spreken. Op een gegeven moment hadden we iemand gevonden die ons benzine wilde verkopen. Uit de achterbak pakte hij een slang en stak die in zijn benzinetank. Vrij behendig zoog hij de benzine eruit en vulde ons flesje. Nu konden we eindelijk heerlijk ontspannen in het warme water van de hot spring. Dit was wel een van onze mooiere kampeerplekken tot nu toe aan de voet van Mt. Sajama naast heerlijke hotsprings. De volgende dag aten we eerst ons ontbijt in het warme water, ruimden ons kamp op en koersten daarna af naar de Chileense grens om daar aan de Ruta de las Vicuñas te beginnen.

Ruta de las Vicuñas

De grensovergang van Bolivia naar Chili was een stuk strenger dan van Peru naar Bolivia. Al onze tassen moesten door de X-ray om te voorkomen dat je verse groente, fruit of vlees meeneemt. Daarnaast moesten we onze fietsen opgeven inclusief serienummer die we eerst moesten gaan zoeken. Ten slotte, moetsen we op een formulier waar we nog steeds niet goed van begrijpen waarvoor het was 4 verschillende stempels halen bij verschillende loketten. Geluk bij een ongeluk was dat het buiten voor de tweede keer tijdens onze hele reis regende en dat we nu verplicht binnen droog moesten zijn. Nadat we het hele circus doorlopen hadden mochten we Chili in en was het weer opgeklaard. We besloten nog 40 km door te fietsen om te camperen aan een meer aan de voet van 2 vulkanen waarvan we de naam niet weten. Wederom een adembenemend mooie kampeerplek en misschien we de mooiste tot nu toe. In het meer waren 100en flamingo’s aan het chillen, de toppen van de vulkanen waren met sneeuw bedenkt. Doordat het windstil was weerspiegelden de vulkanen prachtig in het meer door de flamingo’s heen. Een fantastisch begin van deze route. S’nachts werd het wel extreem koud, dat betekent voor Stijn slapen met alle kleding aan incl. buff en muts. Maartje kan met haar dikkere slaapzak goed overweg met nog een legging en een shirt. S’ochtends waren alle bidons en de waterzak strak bevroren. Bikkels dat we zijn staan we gewoon op, tent opruimen, ontbijten en weer door. De ochtendzon geeft ook meteen veel warmte dus dat maakt het allemaal wat makkelijker. Onderweg zien we echt enorm veel dieren, vooral vicuñas, maar ook lama’s, flamingo’s en zelfs de lokale kleine struisvogel, genaamd Suri. Wisten jullie overigens dat vicuñas wol, het warmste en ook duurste wol ter wereld is. Een trui van vicuña wol kan snel over de €2.000,- kosten. Lang was de vicuña bijna uitgestorven vanwege de jacht op zijn wol, maar nu is het een beschermd diersoort en komt hij weer heel veel voor op de Boliviaanse en Chileense hoogvlakte.

De vicuñas route was een stuk makkelijker te rijden dan de Camino del Puma, minder hoogtemeters en betere gravel. Desondanks reed Stijn keer op keer lek. Door een productiefout van een van zijn buitenbanden, ontstonden er scheurtjes in de binnenkant van de buitenband, waardoor de binnenband telkens lek ging. Stijn werd helemaal gek, maar gelukkig ging het vervangen van de band met z’n 3en relatief snel. Het record staat op 25 minuten. Op elke manier heeft Stijn geprobeerd de scheurtjes in de buitenband te fiksen, speciale plakkers om een gescheurde buitenband te repareren, eindeloos veel ductape, niks mocht echt baten. Elke 100km was het weer raak. Een nieuwe buitenband van 29 x 2.6 inch (of iets dat in de buurt komt) vinden in de Andes is praktisch onmogelijk en dus was dit wel een probleem. Gelukkig kwam de vriendin van Colin vanuit Santiago naar Uyuni (1 week van nu) en kon die een nieuwe buitenband meenemen. Daarnaast had zij ook $1000,- voor ons meegenomen voor straks in Argentinie. Cash krijgen in Argentinie schijnt nogal een probleem te zijn, maar als je dollars hebt, ben je heer en meester.

Terug naar de vicuñas, waar de landschappen prachtig waren. Grote uitgestrekte vlaktes omringd door vulkanen of bergen. Omdat dit de Volcanic Belt van Chili is, zijn er ook veel hot water springs te vinden. De eerste hot water spring die we in Chili aandeden lag in een grote zoutvlakte. Er komen was nog wel een uitdaging, want de weg bestond volledig uit los zand, waar onze fietsen diep in weg zakten. Het werd een combinatie van fiets duwen, met al je kracht er doorheen ploeteren en vooral niet proberen te vallen. Colin die een stuk dunnere banden dan wij heeft, had het nog een stuk zwaarder. Gelukkig na 1.5 uur zwoegen kwamen we bij de hot springs. En heet was ie. Dit was de eerste hot spring, waarbij het water zwaar zwavelachtig was, dus de geur liet wat te wensen over, maar hij was knetter heet. Aan de rand van de hotspring, waar de echte bron was, kookte het water letterlijk. Een meter of 10 verderop konden wij heerlijk relaxen in het heette water. Kamperen aan deze hot spring was wederom magisch, we stonden op het zoutmeer omringd door flamingo’s, vicuñas en orachtige bergen. De volgende ochtend stonden we op met ijs op de tent, maar konden we heerlijk ons ontbijt in het hete water eten. De rest van de dag was een rustige tocht, waarbij we wederom bij een hot spring gingen overnachten. Dit was voorlopig onze laatste overnachting in Chili, want hierna gingen we weer de Boliviaanse grens over. Eerst nog even genieten in onze spa. Deze was wel gevuld met helder drinkwater. In het begin moesten we hem delen met andere gasten. We raakten aan de praat met een man Juan die vroeger commando was geweest. Hij was erg geïnteresseerd in ons avontuur en drong ons op het hart dat als we ook maar iets vervelends meemaken in Chili we hem zouden bellen. Ons kan niks meer overkomen. De volgende dag lieten we Chili weer achter ons en vertrokken we in de richting van Salar de Uyuni.

Salar de Uyuni

Voordat we begonnen aan de tocht over de welbekende Salar de Uyuni, kwamen we eerst aan in Coipassa. Coipassa is een klein woestijndorpje aan de rand van Salar de Coipassa, het kleinere broertje van Salar de Uyuni. We kwamen aan op 1 november, ookwel dias de los muertos, de dag van de doden, wat in heel zuid amerika groots wordt gevierd. Toen wij Coipassa binnen fietsten was het hele dorp uitgestorven. Van kinderen op een plein begrepen we dat alle volwassenen naar de begraafplaats waren lm de doden te eren. Toen we wat verder fietsten hoorden we bij een klein gebouwtje veel rumoer. Daar aangekomen zagen we dat heel het dorp hier aan het lunchen was met elkaar. Een beetje vertwijfeld liepen we er op af en gelijk werden we opgenomen in het sociale gebeuren. We kregen soep, lunch (lama, rijst en salade) en een zak lokale popcorn om mee naar huis te nemen, als een snoepzakje na een kinderfeestje. Nadat de lunch was afgelopen, ging ieder weer zijns weegs en konden wij mee met de eigenaar van het enige hostel in het dorp. We kregen een kamer waar we met z’n drieën konden overnachten. Daarnaast begrepen we dat s’avonds het dias de los muertos programma werd doorgezet. Families zouden dan bijelkaar komen om voor een zelfgemaakt altaar hun grootouders te herdenken onder het genot van de nodige alcoholische versnaperingen. Als we wilden, zouden we zo een huis binnen kunnen lopen om aan te sluiten, zei de eigenaar. Zo gezegd zo gedaan, in de avond liepen we een beetje vertwijfeld naar het eerste de beste huis waar we mensen zagen enninderdaad we werden hartelijk ontvangen. Gelukkig hadden we Colin bij ons die een goed gesprek kon aanknopen, want anders was het toch wel ongemakkelijk. We zaten in een lege  betonnen ruimte in een cirkel. Langs een van de muren in de ruimte was een groot altaar gemaakt, waar allerlei offers stonden, van broodversiersels, tot frisdranken, tot fruit en biertjes. Er was een man die telkens rondging met een warme alcoholische kaneeldrank, waar iedereen een shotje van kreeg. Vervolgens dronk jiemand dat op maar keek afwachtend naar één man in de cirkel. Vervolgens ging deze man staan, fluisterde dan iets in het Spaans en begon daarna hardop te spreken in Aymara (de lokale taal). Als hij klaar was dronk iedereen zijn drankje op. Dit werd telkens herhaald, waarbij de kaneeldrank soms werd afgewisseld met bier. Verder werden er om de zoveel tijd coca bladeren uitgedeeld, waar iedereen heerlijk op aan het kauwen was en werden er sigaretten uitgedeeld. Naarmate de avond en de rondjes vorderde, hoe actiever Stijn ook ging proberen contact te zoeken. Het was een hele bijzondere, soms beetje ongemakkelijke maar vooral leuke avond.

De volgende dag begonnen we met een klein katertje aan de oversteek van Salar de Coipassa, 45 km over een zoutvlakte. Het zout was nog licht vochtig dus binnen de kortste keren zat onze hele fiets onder de zoutkorsten. Verder was het wel lekker vlak dus de kilometers vlogen voorbij. 5 km voordat we de zoutvlakte hadden overgestoken begaf de band van Stijn het weer. Na een korte scheldpartij door Stijn, vormden we weer een team en vervangden de band en brachten nog wat extra versteviging met ductape aan de binnenkant. Aan de overkant van het meer vonden we in een klein dorpje op het plekn een kraan, waar we onze fietsen konden schoonmaken. Het zout is funest voor je fiets dus het is belangrijk om ze goed schoon te maken na het oversteken van een dergelijke zoutvlakte. We besloten hier ook meteen te lunchen en werden snel opgemerkt door de dorpskinderen die vrij waren ivm dias de los muertos. Waar ze in andere dorpjes heel verlegen waren, waren ze hier door het dolle heen om ons Gringo’s te zien. Ze wilden van alles weten, van ons lievelingseten tot onze familie tot ons lievelings speelgoed. Natuurlijk was vooral Stijn geïnteresseerd in de interactie. We werden bevrijd van de kinderen doordat er een lokale wervelwind midden door het dorp ging wat een indrukwekkend gezicht was en gelukkig geen schade deed. De rest van de dag reden we verder tot de rand van Salar de Uyuni.

De volgende dag was het dan zover de oversteek van Salar de Uyuni, de grootste zoutvlakte ter wereld. Het meer heeft een diameter van 150km en een opperblakte van 1/4e van Nederland. Voor vele bikepackers in Zuid Amerika is het oversteken van deze zoutvlakte een van de hoogtepunten van de reis. Met water voor 2 dagen begonnen wij aan onze tocht. Onze oversteek zou 120km zijn. Eerst naar een eiland midden op de zoutvlakte en vervolgens naar de stad Uyuni zelf. Het is een magische en bijna spirituele ervaring om op zo’n witte blakte te fietsen. Overal om je heen is het wit en alleen in de aller verste horizon zie je soms een berg. In vergelijking met Salar de Coipassa, was dit Salar de Uyuni droog en konden we nog sneller doorrijden. Op een gegeven moment zagen we het eiland oppoppen en dan nog duurt het 30 km voor we er waren. Dit eiland halverweg het zoutmeer is een bekende toeristische attractie waar veel tours met SUVs naar toe gaan. Toen wij aankwamen zagen we al die auto’s staan, volledig met partytent, stoeltjes, tafeltjes en eten. Naief als we waren, dachten wij dat dit tentjes waren waar je eten kon kopen. Helemaal verheugd fietsen we op de eerste af en kwamen we al snel er achter dat we hier geen eten konden kopen. Dus toch maar lekker onze eigen pasta van de dag ervoor opeten. Al snel kregen de toeristen ons door en begonnen van een afstandje met hun telelenzen foto’s van ons te maken. De zon was fel en vanwege de witte ondergrond moesten we goed smeren om niet te verbranden.  Een grappig moment was dat we op een gegeven moment een ouder Amerikaans echtpaar een beetje verveeld 10 meter naast ons zaten, te wachten totdat de SUV die 200m verder stond geparkeerd ze kwam ophalen. Chagrijnig zuchtte de man tegen zijn vrouw “pfoe I hope he has turned the airconditioning on”. De man moest eens weten met welk gebrek aan luxe wij deze oversteek deden en hoe wij er van genoten.

Bij gidsen en locals probeerden we te achterhalen of het zou gaan waaien vannacht. Het plan was om op het meer te slapen. Als het zou waaien zouden we onze tent dicht bij dit eiland opzetten en als het windstil zou zijn, wilden we juist midden op het meer kamperen. Ons werd verteld dat de wind hier niet re voorspellen was en dat er geen uitspraak over gedaan kon worden. We besloten het er op te gokken en midden op het meer te kamperen. We fietsen nog zo’n 40 km weg van het eiland, zodat we echt overal om ons heen alleen maar wit zagen. Onder fietsers is het een traditie dat je een deel van de salar naakt oversteekt. Wat hier het idee van is weten wij ook niet, maar we doen natuurlijk wel mee. Als echt Hollanders zonder gene trokken we voor de iets preutsere Belg onze kleren uit en gaven onze telefoon om van alle hoeken foto’s van ons te laten maken. Het was een hele bevrijdende ervaring, grote kans dat we volgend jaar aan de naked bike ride in Amsterdam mee gaan doen. Uiteindelijk overwon de nieuwsgierigheid het ook van de preutsheid bij Colin en gingen zijn kleren ook uit. We sloten de fotoshoot af met wat diepte effect foto’s die je goed op deze witte vlakte kon maken. Dit deden we wel in kledij. Hierna was het kamp opbouwen, koken en eten. Dit was wel een van onze meest bijzondere kampeerplekken tot nu toe. De foto’s geven wel eem aardig beeld van hoe het eruit zag, maar kunnen niet het gevoel overdragen die het geeft. Alsof je op een andere wereld zit, waar niks is dan wit, volledig desolaat zonder andere mensen. We hadden mazzel met de wind, die kwam wel even opzetten waardoor we het even benauwd kregen maar ging gelukkig snel weer liggen. We gingen de tent in en zetten coor de tweede keer deze reis een wekker. De volgende ochtend stonden we namelijk km 4.00 uur op om nog een deel van de Salar onder de sterren te fietsen en het lastste deel richting de zonsopkomst te fietsen. Wederom een magische ervaring. Veilig en wel bereikten we al vroeg in de ochtend Uyuni. Eerst gingn we langs een plek waar vrachtwagens en bussen werden afgespoten, om onze fietsen weer schoon te maken. Een beetje vertwijfeld vanwege het gebruik van hoge drukspuiten, lieten we omze fietsen afspuiten. Binnen 1.5 minuut waren ze schoon. Helaas had maartje haar telefoon in haar open fietstasje aan haar stuur laten zitten en was die meegenomen in de wasbeurt. Het resutlaat was 1 dag rare kleuren op het scherm maar na een dag drogen weer helemaal de oude.

Al met al was dit een onvergetelijke ervaring.

Other stories

IMG 4734
Camino del Puma: Een 8-daagse tocht door bergen en woestijn.
Na tien dagen toerist spelen en herstellen van het ziek zijn, was het dan eindelijk weer tijd om de pedalen in te klikken en op avontuur te gaan. De zuidelijke route van de Camino del Puma wachtte op ons: 650 kilometer en 10.000 hoogtemeters richting La Paz, Bolivia. Hoe groot de kans zou zijn dat we pumas tegen zouden komen? Nihil. Maar één ding was zeker: deze acht dagen zouden weer een mega zwaar maar onvergetelijk avontuur worden. Ga met ons mee in de details van zandduinen, woestijnwarmte, ijzige nachten en onverwachte ontmoetingen.
PE Peru Day 40 1.277 km
IMG 5946
Herstellen in Cusco en modern wereldwonder bezoeken
Na het besluit om de Peru Great Divide (PGD) niet af te maken, vertrokken we naar Cusco. Terwijl Stijn nog herstellende was, konden we genieten van de culinaire mogelijkheden in deze toeristische stad. Met onze fietsen op het dak van een auto maakten we een spannende rit door de Andes, waarna we een 17 uur durende busreis naar Cusco ondernamen. In Cusco ontmoetten we oude vrienden, aten we heerlijk en konden we eindelijk rusten na weken in de bergen. Na herstel bezochten we Machu Picchu, waarbij we kozen voor de goedkope route, inclusief een hike en muggen. Het avontuur werd gekenmerkt door wachten en ongemak, maar de prachtige Incastad maakte alles goed.
PE Peru Day 38 1.191 km