Natuurlijk bestaat niet de hele reis uit alleen maar climaxen van mooie uitzichten, leuke ontmoetingen, waanzinnige campeerplekken en climaxen 😉. We beleven af en toe ook echt wel eens zware of minder leuke momenten. Een vierde lekke band in een week, meteen in Lima al ziek worden, of hevig verbranden op de eerste fietsdag doordat je bij een croptop vergeet je onderrug in te smeren. Graag nemen we jullie in detail mee met de langste fietsdag die we tot nu toe gehad hebben die vol met ups en downs was.

Het begon allemaal in een heerlijke serene rust in onze tent, waar we werden gewekt door de warme ochtendzon. We hadden de avond ervoor ons kamp opgeslagen in een grote grasachtige vallei, samen met onze nieuwe Canadese vriend Tucker. Tucker is een man van 26 jaar die we hebben leren kennen in Oyon. Hij had toen al 6 dagen alleen gefietst zonder enige medefietser tegen te komen en het allemaal niet meer zag zitten. We spraken hem aan op straat en hij was maar wat blij om ons te spreken. We voegden hem meteen te aan verschillende whatsapp groepen, waar we met medefietsers informatie uitwisselen en namen hem mee naar ons hostel. Sindsdien fietsen we gezellig met z’n drieën. Goed we werden dus gewekt met een warm ochtendzonnetje en begonnen aan ons ochtendritueel. Dat begint steenvast met slaapspullen opruimen, warme kleren opruimen en fietskleren aantrekken, buitentent te drogen leggen, ontbijten met overnight oats, koffiezetten, afwassen, fietsen opzadelen en vertrekken. Deze ochtend leek net zo te gaan verlopen, totdat we aan het ontnijt zouden beginnen. De wolken trokken voor de zon en opeens werd het weer ijzig koud. Een van ons twee kon dit moeilijk verkroppen en werd opslag chagrijnig. Ik laat het aan de fantasie van de lezer over om in te vullen wie dit was. Het ontbijt voltrok zich verder in stilte.

Na het meditatieve ontbijt, ruimden we de laatste spullen op en begonnen onze tocht. We hadden het idee om vandaag de eerste Gran Fondo (>100 km) te fietsen. Het hoogteprofiel leek daarvoor geschikt en we zouden 20km over asfalt rijden, wat ook een stuk sneller gaat. We hadden vooraf uitgezocht dat als dat zou lukken dat we dan bij een forrellen kwekerij konden kamperen. Dik ingepakt begonnen we aan het eerste korte klimmetje. Direct starten met een klim is altijde een uitdaging, zeker als je koud bent. Gelukkig zat het klimmetje erop en kwamen we voor het eerst op de highway. Met een highway moet je een tweebaans geasfalteerde weg voorstellen, waar vooral vrachtwagens rijden. Aan beide kanten van de weg buiten de belijning was nog een halve meter asfalt vrij, waar wij konden fietsen. Gelukkig voor ons, was dit op 4.000m hoogte en ging de weg op en neer, waardoor de vrachtwagens relatief langzaam reden. Voor ons was dit voor het eerst sinds 10 dagen dat we een significant stuk over asfalt reden en dat voelde heerlijk. De wielen reden soepel zonder stuiteren over het wegdek, waardoor ons zitvlak wat meer rust kreeg. Tijdens de afdalingen ging de snelheid ook goed omhoog, onze beide fietsen  voelden ondanks de zware bepaking erg stabiel hij snelheden boven de 60 km/h. Gelukkig verdwenen de wolken ook snel en konden we 20 km genieten van relatief makkelijk fietsen in het kort-kort. Helaas vanwege de snelheid was het asfalt van relatief korte duur en binnen een uur sloegen we weer af op het onverharde terrein. Jullie moeten goed begrijpen dat onverhard onze voorkeur heeft, het brengt je op veel mooiere en afgelegen plekken, maar af en toe glad asfalt is ook wel lekker. 

De overgang van asfalt naar gravel ging helaas niet super soepel. Waar je op het asfalt goede grip hebt in de bochten, moet je met gravel rekening houden dat de ondergrond kan wegslippen. Maartje was dit direct bij de afslag even vergeten. In de eerste bocht vloog de fiets onder haar vandaan en Maartje rolde door over het gravel. De up van het asfalt was als donderslag bij heldere hemel verdwenen. Hard geschrokken trokken Stijn en Tucker in de remmen en renden naar Maartje toe. Gelukkig was Maartje direct opgesprongen en hinkte pijnlijk in het rond. Een flink geschaafd been en een open duim was de fysieke schade. Daarnaast zat de schrik er natuurlijk goed in, maar misschien is dat eerder een zege dan een vloek voor de rest van de reis. Gelukkig was de Surly Ogre nog helemaal in orde en konden we na de nodige ontsmetting en een snoepje tegen de schrik weer verder. Het afdalen ging opeens een stuk voorzichtiger.

De volgende kilometers verliepen voorspoedig en al snel kwamen we bij een typisch Peruviaans bergdorpje aan, met een 20 tal gebouwtjes en een klein pleintje. Het pleintje was uitgestorven op een schaap en een alpaca na die waarschijnlijk plantsoendienst hadden en ijverig alle grassprietjes en stukjes mos tussen de stenen aan het eten waren. We zetten de fietsen neer en gingen opzoek naar een gebouwtje waar we een tweede ontbijt konden eten en wat snacks konden kopen. We werden vriendelijk ontvangen door twee vrouwtjes die ons aanboden om broodjes met ei en schapenkaas te maken en oplos koffie te schenken. In Nederland had je waarschijnlijk bedankt voor zo’n ontbijt, maar voor ons is dit smullen.

Voldaan bedankte we de dames, betaalden omgerekend 4 euro voor 6 broodjes ei en kaas en 3 koffie, en vervolgden onze weg. De down van de val was hiermee alweer snel vergeten. Na ongeveer 2 km fietsen stond ons een volgend bijzonder moment te wachten. We reden namelijk al snel tegen een kudde schapen aan. Nou is dit opzich niks bijzonders en hadden we al vaker meegemaakt. Normaal zou je rustig doorfietsen en gaan de schapen voor je aan de kant, dit keer ging het anders. Vanaf een heuvel naast ons begon een vrouw, zeer waarschijnlijk de schapenhoedster, onverstaanbaar naar ons te schreeuwen. Een beetje onbegrijpend stapte we af en liepen verder. De schapen gingen zoals verwacht aan de kant, maar de vrouw bleef schreeuwen. Opeens viel het op dat er tussen de schapen ook één grote lama liep en die ging niet aan de kant. Stijn die het al zag gebeuren dat we door dit oponthoud niet de 100 km zouden halen, besloot door te lopen en rekende erop dat de lama ook wel aan de kant zou gaan, zoals ze tot nu toe altijd deden. Langzaam met de fiets in de hand, liep hij aan de kant van de weg richting de lama en de lama stapte inderdaad een stap achteruit, maar bleef Stijn strak aankijken. Zodra Stijn gepasseerd was, begon de lama Stijn dreigend te volgen. Stijn versnelde zijn pas, de lama versnelde zijn pas. Als Stijn omkeek dan keek hij in twee grote ogen die maar al te goed duidelijk maakten dat er met deze lama niet te spotten viel. Vanuit de achtergrond waren Maartje en Tucker bemoedigend aan het lachen. Tucker wees Stijn daarbij nog even op het verderdigingsmechanisme van een Lama, een goed gemikte roggel, het liefst in de ogen van het slachtoffer. Gelukkig bleef de Oakley van Stijn schoon en hield de waak lama het na een tientallen meters voor gezien.

Na ongeveer een half uur kwamen we bij het zoveelste bergmeertje. Niet meer iets waar we van op keken en dus fietsen we rustig langs het meer. Totdat we op een gegeven moment aan de oever aan de overzijde van het meer roze stipjes zagen opdoemen. Met de wildste fantasie konden we er flamingo’s in zien. Druk discussierend of er flamingo’s in Peru leven, fietsten we verder en bleven naar de roze stipjes kijken die steeds groter werden. Na een tijdje wisten we het zeker, roze vogels op hoge poten dit moesten flamingo’s zijn. Weer een hoogtepunt te pakken. We hebben geprobeerd ze op de foto vast te leggen, maar je moet wat inbeeldingsvermogen hebben om er flamingo’s in te zien.

We vervolgden onze weg naar een klein dorpje, waarvan we wisten dat er een winkeltje zou zijn met een wat uitgebreider assortiment. Toen we aan kwamen bij het plein van het dorpje zagen we nog een bepakte fiets staan en een jonge man ernaast op het bankje zitten. Stijn herkende de jongen meteen als Collin, een Belg die we eerder hebben ontmoet in Huaraz. We werden meteen vrolijk, want op deze manier werd de groep uitgebreid naar 4. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Nadat we kort hadden bijgepraat, Collin was al 2 keer ziek geweest en van de fietsgevallen doordat hij was aangevallen door een hond (over downs gesproken), gingen we boodschappen doen. Het winkeltje was klein, zo’n 8 m2, maar had een uitgebreider assortiment dan we in alle andere bergdorp winkeltjes hadden gezien. We kochten breed in en verwenden ons met verschillende zoetigheden en divers vers fruit.

Inmiddels was het hartstikke warm geworden dus we konden heerlijk buiten in de zon genieten van alle verse lekkernijen. Nu stond ons alleen nog een klim van 15 km te wachten en dan een lange afdaling van 25 km naar de forelkwekerij. De eerste 8 km gingen voorspoedig en waren we gezellig met z’n vieren aan het kletsen. Echter werd het wel steeds bewolkter en het duurde ook niet lang voordat we de eerste druppeltjes voelden. Na een minuut of 5 werd het echt te erg en kwamen de regenjasjes te voorschijn en werd er minder gepraat. We moesten nog zeker een uur klimmen in mooi weer, maar door de regen werd de gravel modder wat weer vertragend werkt. Het werd een soort free for all race naar de top. Nu konden de mannen zich van de jongetjes onderscheiden en laten zien wat ze waard waren. Maartje bleek een man en Stijn een jongetje. De regen veranderde al snel in hagel en soms natte sneeuw. Het werd koud, alles kwam onder de modder en de lol was er wel helemaal vanaf. Na 1.5 uur klimmen kwam Stijn als laatste boven. Snel werd alle warme kleding uit de tassen gepakt, althans uit de tas van Stijn, want de rest was al lang en breed omgekleed, en kleede stijn zich warm aan. Voorzichtig doken we de afdaling in, want alles was gladde modder geworden. Dachten we dat we na de klim al goor waren, dan hadden we het goed mis, want tijdens het afdalen werd alles pas echt een baggerbende. Overal waar je maar kan bedenken kwam modder te zitten, daarnaast werd het ook extreem koud.

Het plan van kamperen op de forelkwekerij lieten we ook meteen varen, we wilden nu gewoon een hostel met een douche. Na 10 km afdalen, kwamen we bij een soort truckersdorpje waar we een hostel vonden die zich etaleerde met warme douche. We knepen in de remmen en informeerden of er nog kamers waren. Een alleraardigst vrouwtje die net boven Stijns navel uitkwam kwam ons helpen. Ze had zichtbaar met ons te doen en nam ons meteen mee naar de kamers. De kamers waren onverwarmd, maar de bedden hadden 7 dekens om je warm te houden. Geloof je dit niet, zie het filmpje. De douches waren elektrisch verwarmd, dat wil zeggen dat er een schakelaar naast de douche zit en dat er dan losse stroomdraden vanuit die schakelaar naar de plastic douchekop lopen, waar een verwarmingselement in zit. In Nederland zou dit nooit mogen, maar wij waren er blij mee. Helaas was deze blijdschap van korte duur, want het systeem bleek niet te werken. De keuze was dus of koud douchen, of onder de bagger het bed in. Uiteindelijk heeft iedereen koud gedoucht.


 

Nadat iedereen weer een beetje op temperatuur was gekomen, gingen we snel uiteten. I.p.v. water of bier dronk vanavond iedereen thee. Na het eten speelden we nog een spelletje. Rond 20.00 uur vielen de ogen van de meeste mensen bijna dicht en gingen we slapen.


 

Zo zie je maar beste lezer, een sabbatical op de fiets door de Andes is niet alleen maar rozengeur en manenschijn, het is af en toe ook best moeilijk. Een ding is zeker, het is sowieso beter dan iemands anders blog lezen, terwijl je op je werk zit.

Andere verhalen

IMG 5014
La Paz, Ruta de las Vicuñas en Salar de Uyuni
Bijna onze volledige stretch door Bolivia. Het begin ontspannen in La Paz, onze fietstocht naar de hoogste berg van Bolivia, remote door Bolivia/Chili op de Vicuñas route en ten slotte de oversteek van de grootste zoutvlakte ter wereld.
BO Bolivia Dag 77 1.980 km
IMG 4734
Camino del Puma: Een 8-daagse tocht door bergen en woestijn.
Na tien dagen toerist spelen en herstellen van het ziek zijn, was het dan eindelijk weer tijd om de pedalen in te klikken en op avontuur te gaan. De zuidelijke route van de Camino del Puma wachtte op ons: 650 kilometer en 10.000 hoogtemeters richting La Paz, Bolivia. Hoe groot de kans zou zijn dat we pumas tegen zouden komen? Nihil. Maar één ding was zeker: deze acht dagen zouden weer een mega zwaar maar onvergetelijk avontuur worden. Ga met ons mee in de details van zandduinen, woestijnwarmte, ijzige nachten en onverwachte ontmoetingen.
PE Peru Dag 40 1.277 km
IMG 5946
Herstellen in Cusco en modern wereldwonder bezoeken
Na het besluit om de Peru Great Divide (PGD) niet af te maken, vertrokken we naar Cusco. Terwijl Stijn nog herstellende was, konden we genieten van de culinaire mogelijkheden in deze toeristische stad. Met onze fietsen op het dak van een auto maakten we een spannende rit door de Andes, waarna we een 17 uur durende busreis naar Cusco ondernamen. In Cusco ontmoetten we oude vrienden, aten we heerlijk en konden we eindelijk rusten na weken in de bergen. Na herstel bezochten we Machu Picchu, waarbij we kozen voor de goedkope route, inclusief een hike en muggen. Het avontuur werd gekenmerkt door wachten en ongemak, maar de prachtige Incastad maakte alles goed.
PE Peru Dag 38 1.191 km